Uw winkelmand 0

Met een kat aan een tuigje wandelen

Vinden alle katten het leuk om met een tuigje (harnas) naar buiten te gaan?
Wanneer je haar al op jonge leeftijd leert met het tuigje naar buiten te gaan, is de kans groter dat ze het zal appreciëren dan op volwassen leeftijd. Het is namelijk tegen haar natuur om buiten haar territorium op pad te gaan. Niet alle katten zijn zelfzekerd genoeg om uit buiten hun comfort zone te komen. De ideale leeftijd om je kat aan een tuigje te doen wennen is tussen de 5 en 10 maanden. Vanaf een jaar wordt het moeilijker.

Je verwachting is ook een belangrijke factor. Gaat het over aan een tuigje mee met jou op je terras of in je tuin van het zonnetje genieten? Of met een tuigje mee naar familie of de dierenarts gaan? Of wil je graag met haar naar een rustig parkje in de buurt? Of hoop je dat ze mee de stad in gaat? Spreekt voor zich dat de kans bij elk van deze voorbeelden kleiner wordt en dat het zeer weinigen gegeven is mee de stad in te gaan. Dat laatste mag dan eigenlijk ook nooit je verwachting zijn. Het is alleen een superbonus als dat wel blijkt te kunnen.

Vergelijk het wandelen niet met wandelen met een hond. Eigenlijk zal de kat met jou gaan wandelen en slechts uitzonderingen zijn bereid jou volgen. Het belangrijkste is dat mee naar buiten gaan aan een tuigje een meerwaarde moet zijn voor je kat.

Dit kan zijn omdat het haar extra leuke prikkels en mini avonturen bezorgt of omdat ze bijvoorbeeld een hekel heeft aan draagmandjes, maar rustiger mee de auto in gaat aan een tuigje. Blijkt het ondanks de training een stresserende gebeurtenis voor uw kat, dan doet u haar daar echt geen plezier mee.

Hoe kies je een tuigje?



Katten geven natuurlijk de voorkeur aan vrij rondlopen. Het is daarom belangrijk dat het tuigje hen zo weinig mogelijk hindert. Kies daarom bij voorkeur niet voor een tuigje dat rond de nek zit, dunne bandjes heeft, die kunnen aanvoelen als een snijdend koortje of strak aanzitten als een korsetje.

Zoek goed uit welke maat u nodig hebt, want als het te groot is, kan uw kat ontsnappen. Daarom is ‘op de groei’ kopen geen optie. Is het te klein, dan hindert het je kat.

Wij raden de Liberta tuigjes van Tre Ponti aan: ze zitten niet rond de nek, zitten niet tussen de poten en trekken alleen strak als je kat er probeert uit te ontsnappen, zonder op een pijnpunt te drukken.


Nota:
gebruik nooit een halsbandje om de kat aan een lijn te laten lopen. Anders dan bij een hond zal een kat door druk op de nek verstijven en weigeren te lopen, vaak gevolgd door paniek.

Hoe laat je de kat wennen aan het tuigje?

  • Laat je kat eerst thuis wennen aan het tuigje. Maar wacht niet tot ze het thuis prima vindt in haar tuigje rond te lopen. Het tuigje geeft haar thuis geen enkele meerwaarde, integendeel, want normaal loopt ze thuis vrij rond. Waarom zou ze dan thuis een tuigje aan willen?
  • Hou de oefenmomenten binnenshuis dus telkens kort en positief. Doe haar het tuigje aan en koppel er meteen iets positiefs aan. Een lekker snoepje, haar favoriete voer of favoriete spelletje. Doe het tuigje dan weer uit. Na verloop van tijd zal ze door die oefenmomenten het tuigje aan leuke dingen koppelen. “mijn mens doet me dat gekke ding weer aan… ah, dan komt er iets leuks!”
  • Het is niet ongewoon dat katten zich de eerste keren gewoon laten omvallen als ze een tuigje om krijgen. Dit is normaal gedrag, het is hun manier om aan te geven dat ze niet van plan zijn daar mee rond te gaan lopen, want ze zien er de meerwaarde (nog) niet van in. Vandaar dat training belangrijk is.
  • Bij sommige katten is de positieve associatie er al na enkele oefenmomenten, anderen hebben meer tijd nodig. Geef ze de tijd die ze nodig hebben.
  • Eens die positieve associatie er is, is het tijd om de eerste keer naar buiten te gaan. Afhankelijk van de situatie kan dat de gemeenschappelijke gang zijn, het terras, de tuin of een rustig parkje in de buurt. Hou ook die oefenmomenten kort.

 

Is het de gang, terras of tuin, dan kan je dat eender wanneer op de dag doen. Dat is namelijk een veilige omgeving, zonder vreemden en met al bekende geuren (namelijk de uwe) en het terras of tuin is visueel al bekend (van achter het glas). Ga je elders naartoe, doe het dan de eerste keren bij schemer. Dat is het natuurlijk moment voor katten om te gaan jagen, dan zijn er de meeste insecten actief in het gras en is het rustiger buiten. Is het parkje niet bij de deur, overweeg haar dan uw kat in haar vertrouwde draagmandje er naartoe te brengen, zodat ze het straatgedoe niet in volle glorie moet trotseren. Neem anders sowieso een vertrouwd dekentje of handdoek mee (waar haar geur al in zit, dus iets waar je haar bijvoorbeeld eerst op liet slapen), zodat je haar daarin op de arm kan meenemen en zodat je haar een ‘wegduik’ plek kan bieden als ze in paniek geraakt. Vergeet ook niet dat er in een park ook honden kunnen rondlopen waarvan je niet weet of die je kat zullen negeren. Laat de kat zelf beslissen welke richting ze uit gaat (zonder haar in gevaar te brengen natuurlijk), dus focus ook op dat vlak op de positieve ervaring. Belangrijk is ook zelf te allen tijde rustig te blijven.

Ook al lijkt het allemaal goed te gaan, hou ook de oefensessies kort. Ook al doet je kat het goed, het blijft stresserend uit haar comfort zone te gaan, dus inwendig bouwt stilaan stress op. Laat je dat te lang gebeuren, dan riskeer je toch een paniekreactie en eindigt de sessie negatief. En daardoor zal ze de ervaring meteen als negatief klasseren. Zorg dat de eerste ervaringen leuk of neutraal zijn. In meervoud, want herhaling en rustige opbouw is belangrijk.

De impact van negatieve ervaringen is veel groter dan van positieve. Een positieve ervaring dient herhaaldelijk plaats te vinden voor een volwaardig effect, maar een negatieve ervaring hoeft zich maar één keer voor te doen om een blijvende indruk te maken. Om die weer te doen vervagen zijn zeer veel voorzichtige en positieve ervaringen nodig. Wees daar dus waakzaam voor.

Het opmeten van de kat voor het juiste maat tuig

 


Elk kat heeft een uniek figuur, maar de borstomtrek geeft de beste indicatie om de maat te kiezen. De breedte van de schouders kunnen de maat doen afwijken, maar dat kan alleen ondervonden worden bij het passen.

BELANGRIJK: meet de borstomtrek altijd als de kat op 4 poten staat (dus niet als ze ligt of zit). Meet de borstomtrek zoals die is, dus niet 'losjes' en niet aansnoeren, maar zoals een kleermaker u zou opmeten.

Bron: Karin Weuts, kattengedragsdeskundige Antwerpen

 

Inloggen

wachtwoord vergeten?